De omgeving waarin wij opgroeien bepaalt voor een groot deel hoe wij ons ontwikkelen. Onder de omgeving wordt verstaan: familie, voedingspatroon, leefgewoonten, landsgewoonten en het klimaat waarin men leeft. Door al deze invloeden wordt niet alleen onze fysieke verschijningsvorm beïnvloed, maar ook onze wijze van denken en doen. Een andere denkwijze betekent niet een verkeerde denkwijze. Om een zo volledig mogelijk beeld van een persoon te verkrijgen is kennis van zowel de westerse als oosterse geneeskundige denkwijzen noodzakelijk.
Westerse filosofie
Bij de opkomst van de techniek aan het eind van de vorige eeuw en het begin van deze eeuw is de techniek ook in de medische “wetenschap”terecht gekomen. Dit heeft er toe geleid dat de mens bekeken en onderzocht werd als iedere andere machine. Een machine bestaat uit onderdelen. De onderdelen kun je uit elkaar halen en weer in elkaar zetten in de hoop een beter functionerende machine te verkrijgen. Oosterse filosofie Holisme wil zeggen dat het geheel meer is dan de som der delen. Met andere woorden je kunt een persoon in stukjes uit elkaar halen en weer tot een geheel maken maar dan heb je geen levend mens terug. Er is dus nog een andere dimensie aan/in de mens. Noem het ziel, doorstroming, gevoel, liefde. Welke uitdrukking er ook aan gegeven wordt het maakt de “machine mens” tot een uniek levend individu. Door deze nieuwe kijk op gezondheid hebben ook zeer veel “nieuwe” therapievormen het levenslicht gezien.
Veel therapieën die in het westen als nieuw gepropageerd worden blijken oude geneeswijzen te zijn uit andere landen waar deze therapieën niet meer of nog steeds gebruikt worden. Een van die herontdekte therapieën uit het oosten is bijvoorbeeld de acupunctuur. Er wordt uitgegaan van de stelling dat de mens net als planten en dieren een onderdeel vormt van de wereld “de natuur”. Zoals de natuur een ritme kent van zaaien, ontkiemen, groeien, bloeien, afsterven en dood is ook de mens gebonden aan dat ritme. Tevens zijn er ook het ritme van dag en nacht, voorjaar, zomer, nazomer, herfst en winter met de klimaatveranderingen. Om gezond te leven moet de mens in het ritme van de natuur meegaan. Eten wat het seizoen voortbrengt, slapen als het donker wordt en werken als het licht is.
De arts was er in die tijd voornamelijk om regelmatig de mensen te controleren of ze nog goed in harmonie met de omgeving verkeerden, indien er een schakel zwak was of dreigde te worden was het de taak van de arts om deze schakel te herstellen. Een arts was er dus niet om te genezen, maar diende om te voorkomen dat iemand ziek werd (preventie). De arts werd dan ook betaald zolang de mens gezónd blééf.